16 mei: Bart Koeweiden - Cor van Ingen 1-0 1-0
Verslag van de mini-tweekamp voor de beker door een speler geschreven:
Bart Koeweiden - Cor van Ingen (2 - 0)
De eerste partij was een koningsgambiet. Wit kwam voor in ontwikkeling ten koste van
op het oog een onveilige koningstelling. Zwart kon niet tot goede ontwikkeling komen en
moest volop in de verdediging. Zwart kon zijn koning niet in veiligheid brengen en moest
spoedig opgeven.
De tweede partij was een Scandinavische opening. Nu kwam zwart snel voor in ontwikkeling
na een onnauwkeurigheid van wit. Wit verdedigde sterk en bereikte langzaam een gelijke stelling
na dameruil. In tijdnood liet wit g3 toe wat zwart een winnende stelling opleverde. Nadat zwart
met een kleine combinatie een stuk won gaf wit op.
28 maart: Willem Slagter - Cor van Ingen ½-½ ½-½ 1-0 0-1 0-1 25 april: Bart Koeweiden - Sjoerd Meijer 0-1 1-0 1-0 0-1 1-0
Verslagen van de mini-tweekampen geschreven door de spelers:
Bart Koeweiden - Sjoerd Meijer (0 - 1, 1 - 0, 1 - 0, 0 - 1, 1 - 0)
In de eerste reguliere partij kwam een Siciliaanse opening op het bord. Zwart
kwam snel voor in ontwikkeling. Zwart bleef druk geven en wit kwam niet tot de rokade.
Veel materiaalverlies was voor wit niet te voorkomen en moest opgeven.
In de tweede partij was het de Scandinavische opening. Zwart gaf al snel een stuk
weg. Het bleef van kwaad tot erger gaan en zwart wilde bijna opgeven toen wit de enige
zet speelde waardoor zwart mat in één kon geven.
In de vluggertjes was het zoals gebruikelijk een foutenfestival. De eerste partij
ging Sjoerd in gewonnen stelling door de vlag en in de tweede speelde Bart de dame
naar g4 en overzag dat dit mat in één mogelijk maakte, maar hij stond
toen al wel een stuk achter.
Voor de Sudden Death lootte Bart zwart. Dat bleek een voordeel, Sjoerd moest
aanvallen, maar dat liet zijn koning op h1 onbeschermd en ineens kon Bart met het
loperpaar op de diagonalen b7-g1 en d5-h1 mat geven.
Willem Slagter - Cor van Ingen (½ - ½, ½ - ½, 1 - 0, 0 - 1, 0 - 1)
In de eerste reguliere partij verkreeg Willem een groot overwicht op de damevleugel.
Zwart viel aan op de koningsvleugel en na herhaling van zetten was het remise.
In de tweede partij maakte Willem met zwart een fout door c4 te spelen. Cor kreeg twee
vrijpionnen maar verknalde het eindspel, dus remise. Dus 1-1 in de reguliere partijen.
In het vluggeren was Willem in de eerste partij handiger dan Cor die tot twee maal toe
een onreglementaire zet deed. In het tweede vlugger partijtje nam Willem een zwaar
vergiftigde pion, dame verlies, dus ook 1-1 in het vluggeren.
In het 3de vluggerpartijtje, de sudden-death, lootte Cor zwart, 4 minuten, tegen Willem
met wit 5 minuten, maar wit moet winnen om door te gaan. Cor won een kwaliteit en daarna
een stuk en bekert verder in de finale.
31 januari: Sjoerd Meijer - John Zandvliet 1-0 0-1 1-0 ½-½ Erik van den Eijkel - Bart Koeweiden 0-1 1-0 0-1 0-1 Alfred Gaasbeek - Cor van Ingen 0-1 0-1 7 maart: Willem Slagter - Ronald Klaassen 1-0 0-1 1-0 1-0
Verslagen van de mini-tweekampen geschreven door de spelers:
Willem Slagter - Ronald Klaassen (1 - 1, 2 - 0)
Twee vlijmscherpe - en dus erg leuke - potten. Willem komt (wit in de eerste
partij) een stuk achter, maar heeft vage compensatie met enkele vrijpionnen. Ronald
weet niet goed af te wikkelen en Willem beslist de partij in zijn voordeel met een
stukoffer. De tweede partij was ook wild west. Ditmaal trekt Ronald aan het langste
eind met een vernietigende koningsaanval. In het eerste vluggertje ziet Ronald een
matzet over het hoofd, In het tweede vluggertje zou het zeker remise zijn geworden,
ware het niet dat Ronald daar niks aan heeft. Een foute koningszet zorgt 2 - 0.
Sjoerd Meijer - John Zandvliet (1 - 1, 1½ - ½)
De eerste partij was Russisch waar wit uiteindelijk een licht initiatief had
en f5 dreigde. Toen f5 gespeeld kon worden met direct de matdreiging f6 gaf zwart
op.
In de tweede partij gaf Sjoerd in een Franse partij pardoes een dame weg.
Toen moest er dus gevluggerd worden. In het eerste vluggertje kreeg wit in
het middenspel het iets betere spel en toen zwart met zijn dame naar a2 ging kon
wit binnenvallen op de 7de rij werden de dreigingen zwart te veel.
In het tweede vluggertje koos wit verrassend de lange rokade waarna zwart
eeuwig schaak had na een paardoffer.
Alfred Gaasbeek - Cor van Ingen (0 - 2)
In de eerste partij opende wit met 1. e4. Na 1. ... e5 volgde 2. Lc4, Lc5
3. Pf3 en nu vervolgde Cor met de ongebruikelijke zet 3. ... Df6. Wit verkreeg al
snel ruimtelijk overwicht maar zag te laat dat zijn pion op d4 verloren ging.
Deze pion bleek uiteindelijk voldoende voor de winst.
De tweede partij werd een Siciliaan met het gevecht op de damevleugel. Toen
Alfred zijn pion opspeelde naar d5 volgde na enkele zetten een penning op zwart
zijn dame en toren hetgeen verlies van de kwaliteit betekende. Dit bleek
uiteindelijk te veel voor de zwarte stelling.
Erik van den Eikel - Bart Koeweiden (1 - 1, 0 - 2)
In de eerste partij kreeg wit in een Pirc flink de overhand. De druk werd
opgevoerd, maar de beslissing bleef uit. De stelling was complex en wit kwam in
tijdnood. Uiteindelijk ging wit door de vlag.
In de tweede partij speelde wit de opening te passief en kwam onder zware
druk te staan. Zwart bleef geduldig en hield de druk tegen g2 met twee torens
op de half open g-lijn en de loper op d5 vast en won op het einde met een mooie
combinatie waardoor een toren op g2 kon slaan en de partij voorbij was.
In de vluggertjes won Bart twee keer overtuigend.
15 november: Herman Haasjes - Alfred Gaasbeek 0-1 0-1 Bart Koeweiden - Peter Dullaart 1-0 1-0 29 november: Ronald Klaassen - Hans Thuijls 1-0 ½-½ Martin Roseboom - Erik van den Eijkel ½-½ 0-1 Sjoerd Meijer - Mart Pol 1-0 1-0 Kees van Dijk - Cor van Ingen 0-1 ½-½ Hein Bouwmeester - John Zandvliet 1-0 0-1 0-1 0-1 13 december: Willem Slagter - Hans van de Weteringh 1-0 1-0
Verslagen van de mini-tweekampen geschreven door de spelers:
Willem Slagter - Hans van de Weteringh (2 - 0)
In de eerste partij rokeert wit kort en zwart lang. Beide proberen aan te vallen. Best
complex allemaal, maar zowel Hans als Willem maken er een veredeld vluggertje van, Dan is
een foutje snel gemaakt en wel door Hans die zijn dame laat pennen.
In de tweede partij speelt Willem met zwart rustig en behoudend. Willem probeert alles
te ruilen wat er te ruilen valt, remise is immers genoeg voor hem. In een eindspel van
ieder toren + 6 pionnen is de pionnenstructuur van zwart veel beter, maar Hans heeft een
vrijpionnetje. Ook als Willem geheel onnodig een pion weg geeft moet wit nog secuur spelen
voor een halfje. Hans speelt het eindspel echter zo slecht dat hij zelfs verliest. Binnen
het uur 2-0 en de stukken weer in het doosje.
Kees van Dijk - Cor van Ingen (½ - 1½)
In de eerste partij opende Kees met wit 1. c4. Na 1. ... d6 2. Pc3 e5 3. Pf3 f5 ontstond
er een ingewikkeld gevecht. Kees hield daarbij de zwarte stelling met zijn zwakke velden h5
en g6 stevig onder druk totdat hij plotsklaps d5 speelde hetgeen Cor een pion opleverde. Na
enig laveerwerk kwam Cor steeds beter te staan en toen Kees de kwaliteit verloor was er geen
houden meer aan.
De tweede partij was een Caro-Kann. Wit koos voor de afruil variant en alle lichte
stukken verdwenen één voor één in de doos. Met alleen de zware stukken en een handvol pionnen
werd tot remise besloten.
Martin Roseboom - Erik van den Eijkel (½ - 1½)
In de eerste partij kwam Martin sterk uit de opening. De zwarte koningsstelling kwam onder
druk. Door tegenspel op de damevleugel liet Martin zich teveel afleiden. Na een wederzijds
kwaliteitsoffer werd remise overeen gekomen.
In de tweede partij ging Martin in de opening de fout in. Door een verkeerde ontwikkeling
kwam hij niet tot spel. Een kwaliteitverlies was niet te voorkomen, Uiteindelijk besliste dit
in het eindspel de partij.
Ronald Klaassen - Hans Thuijls (1½ - ½)
In de eerste partij kwam Slavisch op het bord. Ronald rokeerde lang en Hans kort. Ronald
zocht meteen de aanval door g4 en h4 te spelen. Hans werd gedwongen een stuk te ruilen,
waardoor hij een pion zou verliezen. Ronald pakte de pion niet, maar verhoogde de druk door
zijn g-pion op te spelen. Uiteindelijk vond Hans geen goede verdediging en ging mat op de
20ste zet.
In de tweede partij kwam een variant van het Konings-Indisch op het bord. Ronald speelde
zijn f, g en h pion naar voren. Alles kwam vast te staan, Hans maakte een foutje en verloor
een pion. Ronald bood remise aan en Hans accepteerde het aanbod.
Snelschaakbarrage tussen Hein Bouwmeester en John Zandvliet.
4 oktober: Willem Slagter - Johan Tode 1-0 ½-½ Alfred Gaasbeek - Hermen Ketel 1-0 0-1 1-0 1-0 Jasper de Rijk - Martin Roseboom 0-1 0-1 Frans Elbertsen - Ronald Klaassen 0-1 0-1 Jan Hartsuiker - Kees van Dijk 0-1 ½-½ Erik van den Eijkel - Arnold van den Berg 0-1 1-0 1-0 1-0 Sjoerd Meijer - Willem de Wilde 1-0 1-0 Mart Pol - Klaas Kos 1-0 1-0 Peter Dullaart - Kees van der Dussen 1-0 ½-½ 1 november: Hans van de Weteringh - Kees van de Voort 1-0 1-0 Ben Zee - John Zandvliet walkover Direct geplaatst voor de achtste finale zijn: Hans Thuijls Herman Haasjes Cor van Ingen Bart Koeweiden Hein Bouwmeester
Verslagen van de mini-tweekampen geschreven door de spelers:
Hans van de Weteringh - Kees van de Voort (2 - 0)
Eerste partij: Na een gelijk opgaande strijd in een aangenomen dame-gambiet won witspeler
Hans van de Weteringh een kwaliteit tegen Kees van de Voort. Dat materiële voordeel werd
omgezet in een pionneneindspel met drie pionnen meer voor Hans.
Tweedee partij: Na een mislukte gesloten Siciliaanse verdediging verloor zwart (Hans) een
pion. Door een onnauwkeurige torenzet van Kees won Hans zijn pion terug. Er resteerde een
dubbel toreneindspel met voor Hans de beste kansen. Op dat moment overschreed Kees de
toegestane bedenktijd.
Willem Slagter - Johan Tode (1½ - ½)
Eerste partij: Johan komt terecht in een onbekende opening (1. e4 e6 2. f4). Hij raakt
het spoor bijster wat een pion en later zelfs een stuk kost.
Tweede partij: Willem ruilt alles af wat er te ruilen valt. Remise was derhalve
onvermijdelijk.
Frans Elbertsen - Ronald Klaassen (0 - 2)
Eerste partij: Ronald kwam iets beter uit de opening. Hij wist wit weinig speelruimte te
geven totdat hij een pion weggaf. Frans kreeg beter spel, maar Ronald wist de pion terug te
winnen en kreeg een vrijpion. In tijdnood verloor Frans een kwaliteit en hij ging uiteindelijk
door zijn tijd.
Tweede partij: Ronald zat met wit even niet op te letten en gaf op de 10de zet weer
een pion weg. Hij kreeg daarvoor wel een open e-lijn. Omdat hij de rokade van zwart wist te
verhinderen ontstond er een gevaarlijke stelling voor zwart met vele dreigingen. Frans verloor
een stuk en hij zag een matdreiging over het hoofd. 2 - 0 voor Ronald.
Alfred Gaasbeek - Hermen Ketel (1 - 1, 2 - 0)
Eerste partij: Alfred kreeg een mataanval op de koningsvleugel omdat hij op Lxh3 vervolgde
met Te3 en vervolgens won.
Tweede partij: Hermen kreeg aanval en dreigde de kwaliteit te winnen. Alfred gaf door een
ongelukkige torenzet zijn dame weg.
Derde partij (snel): Alfred kreeg een doorslaggevende aanval in deze partij.
Vierde partij (snel): Hermen moest winnen, verbruikte te veel tijd om de goede zetten te
vinden, verloor in tijdnood een stuk en ging door zijn vlag.
Sjoerd Meijer - Willem de Wilde (2 - 0)
Eerste partij: In een Koningsindiër met een dubbel-fianchetto voor wit krijgt wit het
initiatief en zeker na f5 komt zwart onder druk te staan. Uiteindelijk blijkt het gat op g6
fataal en verliest zwart een pion terwijl wit het initiatief behoudt dankzij het loperpaar.
Het loperpaar beheerst het bord en nadat zwart een 2de pion verliest staakt hij de strijd.
Tweede partij: In de tweede ronde kom een soort Pirc op het bord. Zwart weet vol ruimte
op damevleugel te pakken en krijgt na f5 een half open f-lijn in zijn bezit. Wit wil een paard
van c5 houden maar vergeet even dat zwart na en-passant slaan vervolgens de pion op b2 kan
slaan, waarna wit in een slechte stelling en een pion achter opgeeft.