Massakamp ESV - De Cirkel 2012

Donderdag 27 september 2012: Jaarlijkse massakamp ESV tegen De Cirkel eindigt 9½ - 9½.

Uitslag Massakamp ESV - De Cirkel op donderdag 27 september in Rehoboth

Nr	ESV			De Cirkel		Uitslag
			
1.	Sjoerd Meijer		Jan Pijkeren		0-1 
2.	Martin Roseboom		Carel de Vries		1-0
3.	Cor van Ingen		Thomas Slijper		0-1
4.	Hans Thuijls		Tom Pronk		½-½
5.	Willem de Wilde		Rob Heynis		1-0
6.	John Zandvliet		Peter van der Wijngaart	1-0
7.	Hans Renken		Jef van Swieten		1-0
8.	Peter Dullaart		Johan de Lange		0-1
9.	Ronald Klaassen		Harold Boom		1-0
10.	Jos van Raan		Hans van de Weteringh	½-½
11.	Dick Krijgsman		Ben Zee			0-1
12.	Anton Spronk		Anne Postma		1-0
13.	Mart Pol		Ben Verduyn		1-0
14.	Jan Hartsuiker		Wouter Havinga		0-1
15.	Peter Jonker		Tom Smit		0-1
16.	Herman van Scherrenburg	Fedde Kingma		0-1
17.	Arnold van de Berg	Joop de Feijter		½-½
18.	Bas Faasse		Louis van der Vos	½-½
19.	Huub Grim		Jan Blokpoel		½-½
				
Totaal							9½-9½
		
 
Verslag Massakamp
Wij hebben zwart aan de oneven borden.

1.	Sjoerd Meijer			- Jan Pijkeren
Sjoerd moet in het middenspel de damevleugel aan Jan laten. Sjoerd staat zeer 
gedrukt en Jan heeft gemakkelijk spel. Als Sjoerd dan ook nog de tegenactie in
het centrum een zet uitstelt voor h6 en dan Pe4, heeft Jan een winnende combi-
natie. Sjoerd geeft op. 

2.	Martin Roseboom		- Carel de Vries
Carel kiest in het Scandinavisch voor 3. ... Pxc3 en moet na 4. Df3 zijn anders 
goede loper van c8 insluiten met e6. In het middenspel komt Carel via een 
listige combinatie tot ontwikkeling. Dan slaat hij met zijn dame de door de 
toren gedekte witte pion op a2. Als Martin meteen de dame neemt gaat hij mat 
op de onderste rij. Martin kan echter op zijn beurt  dreigen mat te geven en 
dat kost Carel een kwaliteit, omdat zijn dame nog in staat. Als Martin de 
kwaliteit ruilt voor drie pionnen extra in een dame-eindspel geeft Carel op.

3.	Cor van Ingen			- Thomas Slijper
Cor komt positioneel in een mindere stelling uit de opening. Hij probeert door
een pionnenopmars op de koningsvleugel iets spel te krijgen. Dat geeft Thomas 
de gelegenheid een batterij met Lb1 en Dc2 op te zetten. Cor probeert nog wat 
door kwaliteitswinst te dreigen. Als Thomas dat laat voor wat het is en in 
plaats daarvan Cor's verdedigende paard op f6 dreigt te ruilen, is er geen 
verdediging meer en geeft Cor op.

4.	Hans Thuijls			- Tom Pronk
Er dreigt over en weer van alles en allerlei afwikkelingen lijken mogelijk. 
Maar geen van beide spelers wil het risico nemen op de complicaties in te gaan. 
Noch voordat het grote ruilen met allerlei risico's begint besluiten ze dat 
het een dynamisch evenwicht is en wordt er remise gegeven. 

5.	Willem de Wilde		- Rob Heynis
Na een rustige Siciliaanse opbouw ziet Willem tijdens de afwikkeling naar het 
eindspel ineens een winnende voortzetting. Hij slaat met zijn loper de schijn-
baar gedekte pion op a3. Als zijn tegenstander die terug pakt met de pion van 
b2 wint hij het dan ongedekte paard op c3 terug. Rob had dat wel gezien, hij 
slaat met zijn paard een gedekte pion van Willem. Als Willem het paard zou
slaan, dan slaat Rob de loper en zou alles weer in evenwicht zijn. Willem 
speelt echter de loper met schaak terug en dan blijft het paard van Rob in 
staan. Rob geeft daarom op.

6. 	John Zandvliet			- Peter van der Wijngaart
Peter denkt mat te gaan, maar dat is helemaal niet zo. Peter heeft een toren 
op a7 die doordat hij zijn op de zevende rij staande stuk kan ruilen het veld 
h7 dekt en het mat pareert. Had hij dat gezien dan zou hij ook gezien hebben 
dat hij veel beter staat en had John een zware dobber gekregen. Maar gelukkig 
geeft hij op voordat hij de verdedigende waarde van zijn toren ziet.

7.	Hans Renken			- Jef van Swieten
Na een rustig begin krijgt Hans in de overgang naar het eindspel het initia-
tief op de koningsvleugel. Hij kan de h-pion steeds verder opspelen en die 
loopt of door of Jef gaat mat. Beide laat Jef niet gebeuren en geeft op.

8.	Peter Dullaart			- Johan de Lange
In een ingewikkelde partij moet de koning van Peter naar d2. Johan krijgt met 
twee torens  op de h-lijn een sterke aanval tegen Peters koning. Peter pro-
beert een tegenaanval door de dame naar a6 te spelen. Als Johan na een schaak-
je de toren van Peter slaat kan Peter wel met zijn dame over de onderste rij 
schaak geven en daarmee de toren van Johan op h8 onder vuur nemen, maar die is
gedekt door de andere toren op de h-lijn. Peter verliest daardoor een toren en 
geeft op.

9.	Ronald Klaassen		- Harold Boom
In een complexe partij blijkt als de mist optrekt Ronald een pion meer te hebben. 
Ronald kan dan alle stukken ruilen. In het pionneneindspel heeft Ronald een vrij-
pion die Harold met zijn koning moet stoppen. Hierdoor heeft Ronald elke keer 
weer een tempo over en dreigt nog een pion te winnen. Dat is het moment waarop 
Harold opgeeft.

10.	Jos van Raan			- Hans van de Weteringh
Jos wikkelt in een gelijkopgaande strijd af naar een eindspel met lopers van ge-
lijke kleur, op zwart. Hans heeft twee losse pionnen en een groepje van drie, 
alle vijf op de witte velden. Jos heeft twee en drie verbonden pionnen. De drie 
pionnen van Jos staan echter op zwart, de kleur van de lopers. Dat blijkt een 
dynamisch evenwicht. Als er vier pionnen geruild zijn en beide er één over hebben
is remise het logische gevolg.

11. 	Dick Krijgsman			- Ben Zee
Dick probeert de partij voortvarend aan te pakken, maar speelt b5 op het moment 
dat hij er nog niet klaar voor is. Ben slaat de pion. Dick slaat terug met zijn 
loper. Ben slaat die met zijn paard en nu ziet Dick dat als hij het geplande 
toren slaat paard speelt Ben door een schaakje ook een aanval op de toren krijgt. 
Dat kost dus een loper en Dick geeft op.

12. 	Anton Spronk			- Anne Postma
Anton krijgt een wilde variant van het Siciliaans met 3. b4 tegen. Hij lijkt twee
pionnen te geven voor een stuk, maar krijgt door aanval op toren en loper wint 
hij zijn stuk terug tegen één pion en blijft er dus één voor. Dan volgt een par-
tij met zeer wisselende kansen, dan lijkt het gewonnen voor Anne, dan weer voor 
Anton.

13. 	Mart Pol			- Ben Verduyn
Mart geeft een pion om met dame en twee torens over de half open b-lijn een aanval 
te krijgen tegen de lange rokade stelling van Ben. Dat initiatief wordt steeds 
sterker. Ben moet zijn dame bij de verdediging houden en naar a7 spelen. Als Mart 
dan ook zijn a-pion geeft en de halfopen a-lijn met een toren kan controleren,  
probeert Ben met zijn de koning over b8 naar het midden te vluchten. Maar dan is
pion b7 gepend, Mart slaat met zijn toren op a6 en kost dat Ben zijn dame op a7 
tegen een toren. Ben geeft daarom  op.


14.	Jan Hartsuiker			- Wouter Havinga
Jan lijkt een kleine ontwikkelingsvoorsprong te hebben, maar heeft een achterge-
bleven pion op d7. De druk daartegen is zeer groot. Jan denkt het ergste probleem 
op te kunnen lossen. Hij slaat met zijn paard een gedekte pion te slaan. Wouter 
slaat met een zijn paard.  Jan slaat nu een pion met schaak en aanval op het paard
van Wouter.  Wouter speelt het aangevallen paard terug en heft daarmee het schaak 
op. Jan blijft dan een stuk achter en zal de pion op d7 ook nog verliezen. Een 
stuk tegen één pion is uiteraard kansloos en Jan geeft op.

15. 	Peter Jonker			- Tom Smit
Peter moet in het middenspel terug met de dame naar a2 of c2. Hij kiest a2. Heel 
veel later blijkt dat een kwaliteit te kosten omdat die dame onder vuur komt te 
liggen van de witvelderige loper van Tom. Met een kwaliteit minder probeert Peter 
nog kansen te creëren met een tegenaanval. Om de aanval kracht bij te zetten 
geeft Peter een volle toren. Als dat ook niet blijkt te werken geeft Peter op.

16.	Herman van Scherrenburg	- Fedde Kingma
Herman komt in een verder gelijk opgaande partij doordat hij (eigenlijk te) lang 
nadenkt in tijdnood. Dan moet hij snel gaan spelen. Dat gaat op uiteraard een 
keer mis en hij verliest de partij.

17. 	Arnold van de Berg		- Joop de Feijter
Arnold wint in de het middenspel een pion. Zijn tegenstander biedt op het moment 
dat de dames geruild worden remise aan. Met het pionnetje meer speelt Arnold 
liever door. Dat lijkt geen goed plan want hij verliest een kwaliteit. Hij krijgt 
daarvoor wel twee vrijpionnen op de damevleugel. Als hij weer remise aangeboden 
krijgt accepteert hij het wel. Achteraf heeft hij daar spijt van, in de analyse 
blijkt dat zijn vrijpionnen gesteund door loper veel sterker zijn dan de toren 
van Joop.

18.	Bas Faasse			- Louis van der Vos
Louis probeert een stuk tegen twee pionnen te ruilen, dat zijn dan wel ijzersterke 
vrijpionnen op de damevleugel. Dat neemt Bas uiteraard niet aan en slaat de pion 
waardoor de stelling in evenwicht blijft. En na een nog behoorlijke ingewikkelde 
afwikkeling blijkt dat nog steeds zo te zijn. Dat levert de dan logische uitslag 
remise op.

19.	Huub Grim			- Jan Blokpoel
Huub krijgt in de opening een pion. Jan lijkt daar geen compensatie voor te hebben. 
Huub heeft ook een ruimtelijk voordeel. Maar de stelling van Jan blijkt zeer solide. 
Huub kan geen beslissende variant vinden. Als hij forceert moet hij nog even uit-
kijken dat hij niet in het nadeel komt. Dat gaat goed en er wordt tot remise 
besloten.


Hiermee is de uitslag 9½ - 9½, voor de tweede keer in elf matches een gelijk spel.