De OSBO-Cup is een knock-out bekertoernooi voor viertallen. Dit jaar
hebben slechts 23 verenigingen uit het OSBO-gebied zich aangemeld. In de
eerste ronde was ESV vrijgeloot, en plaatste dorpsgenoot De Cirkel zich
verrassend te koste van SV Apeldoorn!!
In de tweede ronde werd ESV gekoppeld aan Gova/Velp. In de externe competitie
was deze vereniging al een maat te groot voor ons (2-6), zodat de verwachtingen
niet al te hoog gespannen waren. Maar halverwege de avond zag het er allemaal
nog niet zo gek uit. Martin Ale aan bord 1 had weliswaar een beduidend
mindere stelling, maar op de overige borden werd dat voldoende gecompenseerd.
Hans van de Weteringh aan bord 2 kreeg een pion cadeau, zonder noemenswaardige
compensatie voor zijn tegenstander. René van Alfen aan bord 3 had
een gelijke stelling en Hans Renken aan bord 4 stond erg goed tot gewonnen.
In het vervolg kon Hans Renken afwikkelen naar een gewonnen toreneindspel,
maar helaas schoot zijn eindspeltechniek deze avond tekort, en ontsnapte
zijn tegenstander met remise (½-½). Hans van de Weteringh
had het (dubbel-) toreneindspel ook al niet al te best behandeld, toen
hij opeens met een listige truc op de proppen kwam. "Mijn tegenstander
gaat mat of verliest een toren", zo vertouwde hij me aan de bar toe.
Zijn tegenstander dacht nog simpel uit "wat schaakjes" te kunnen
weglopen, maar zag toen tot zijn grote schrik dat hij mat zou gaan en gaf
op (1½-½). Martin stond op dat moment verloren, waardoor
René zou moeten winnen om ESV naar de volgende ronde te loodsen.
Bij een remise zou het namelijk 2-2 worden, en telt het (de) laatste bord(en)
niet mee. Aangezien zowel bord 3 en 4 remises opleverden , zou het 2e bord
afvallen en ESV dus door de nederlaag van Martin verliezen. De kans dat
René zou gaan winnen was gezien het gesloten karakter van de stelling
wel erg onwaarschijnlijk.
Op wonderbaarlijke wijze weet Martin niet direct te verliezen, en als zijn
tegenstander aan het blunderen slaat zijn de bordjes opeens verhangen.
Martin wint, en de volgende ronde is bereikt (2½-1½)! René
en zijn tegenstander geven hun partij - die nergens de remisemarge heeft
overschreden - daarna direct remise (3-1).
Gedetailleerde uitslag: ESV (1744) - Gova/Velp (1829) 3 - 1 Martin Ale (1846) - K. Storm (1904) 1 - 0 Hans van de Weteringh (1706) - M.H. Dorst (1879) 1 - 0 René van Alfen (1733) - H. van Capelleveen (1775) ½ - ½ Hans Renken (1689) - G.J. van Vliet (1757) ½ - ½
Gendt - Door een ontluisterende 3½-½ nederlaag tegen de Vrijpion is voor
ESV het OSBO bekertoernooi ten einde. Na een goede overwinning op Gova/Velp
in de vorige ronde liep de kwartfinale uit op
een grote deceptie.
Na een kleine twee uur spelen kwam ESV op een 0-1 achterstand, doordat Sjoerd
Meijer (met zwart) aan bord 1 de opening niet op zijn best behandelde. Een te snelle
centrumopstoot bracht hem in het nadeel, maar de stelling was nog alleszins speelbaar
geweest als hij tijdig zijn koning in veiligheid had gebracht. Nadat Sjoerd zijn laaste
kans op de lange rokade verspeeld had was het snel uit.
Ook Ronald Klaassen (met wit) aan bord 2 had problemen in de opening. In de
ruilvariant van het Grunfeld-Indisch haalde hij twee systemen door elkaar en
kreeg daardoor problemen met pion d4. Zijn tegenstander reageerde gelukkig niet
adequaat, maar hield wel de betere stelling.
Hans van de Weteringh (met zwart) aan bord 3 had ondertussen een halfje gescoord. In een partij
waarin de stukken vrij snel van het bord verdwenen, werd het evenwicht nimmer verbroken. In een paard-eindspel was
voor beiden niet meer eer te behalen (½-1½).
Rene van Alfen (met wit) aan bord 4 stond op dat moment een gezonde kwaliteit voor en leek op een regelmatige
overwinning af te stevenen. Om de halve finale te halen moeten evenwel zowel Rene als Ronald
winnen, omdat bij winst van Rene en remise van Ronald de stand 2-2 is, en de regels
bepalen dat dan het (de) laatste bord(en) 'afval(len)t'. De nederlaag van Sjoerd
is dan bepalend voor het exit van ESV.
In een kort tijdsbestek valt ESV's hoop op een halve-finale-plaats aan duigen.
Rene wint een tweede kwaliteit, maar in een poging om een eenvoudig gewonnen
eindspel op het bord te krijgen offert hij eerst (geheel overbodig) een
kwaliteit terug, en overziet vervolgens een penning hetgeen groot materiaal kost.
Totaal ontgoocheld moet hij de eer aan zijn tegenstander laten (½-2½). Ronald
denkt in lichte wederzijdse tijdnood zijn tegenstander een kwaliteit te ontfutselen,
maar schiet er zelf een stuk bij in. Hij probeert zich nog staande te houden, maar loopt
in een matnet (½-3½).
Onderstaand de gedetailleerde uitslag: 1. Sjoerd Meijer (1792) - M.R. Weijsenfeld (1854) 0 - 1 2. Ronald Klaassen (1765) - Th. Meijer (1833) 0 - 1 3. Hans van de Weteringh (1706) - H. Polman (1762) ½ - ½ 4. Rene van Alfen (1705) - J. Engels (1599) 0 - 1